Alle werknemers (met uitzondering van schoolleiders), dus ook ondersteunende medewerkers, hebben recht op 2 klokuren per werkweek (deeltijders naar rato) voor hun professionele ontwikkeling. Dit staat los van eventuele opgedragen scholing. Zo is er in het Primair Onderwijs per FTE gemiddeld € 500,00 beschikbaar.
Dit budget is bedoeld om de werknemer in staat te stellen invulling te geven aan zijn eigen professionalisering.
Achteraf legt de werknemer binnen de bestaande gesprekkencyclus verantwoording af over zijn professionaliseringsactiviteiten. De Leraar als Persoon past als programma binnen de doelstellingen van dit budget. Voor docenten in het VO is het 5% van het aantal uren dat een fulltimer jaarlijks werkt en bedraagt €600.
Docenten in het MBO krijgen 59 uur per jaar voor individuele scholing. Dit geld komt bovenop de bestaande middelen voor professionalisering die in de praktijk vaak worden ingezet voor teamscholing. Ook is afgesproken dat het opleidingsniveau van docenten per sector omhoog moet.
In 2020 moet 30 procent van de leraren in het PO een wo-bachelor of een hbo of wo-master hebben afgerond. Dat is nu 18,6 procent In het VO geldt dat het aantal leraren met een hbo- of wo-master in 2020 is gestegen van 37 procent naar de helft. Het aantal docenten in de bovenbouw van het VWO moet in 2020 van 60 procent naar 80-85procent. In het HBO moet in 2016 acht op de tien docenten een master- of Phd-graad hebben.